Petje en Potje
Meisje

Aflevering 13: De laatste voorbereidingen.

De volgende dag is de grote dag van de voorbereidingen. Kevin, Freek en Matthijs verzamelen allerlei spullen voor de plek waar ze het biggetje en zijn moeder gaan verstoppen. Ze hebben een voerbak nodig en een waterbak. Natuurlijk moet er stro zijn en het hek moet goed zijn. Het moeilijkste is het om ervoor te zorgen dat niemand vanaf de straat kan zien dat er wilde zwijnen achter de schuur zijn. Ze kunnen een schutting maken, maar dat zou teveel opvallen. Het planten van struiken is beter, bedenkt het drietal.
Meneer Vrolijk, de vader van Matthijs en Freek, heeft veel struiken in de tuin staan, maar die moeten toch weg, omdat op de plek van de struiken een klein pleintje wordt gemaakt om zomers te gaan zitten. Met z’n drieën lopen ze naar de werkkamer van meneer Vrolijk. “Pappa, pappa, zullen we je helpen met de tuin? We kunnen die struiken wel vast weghalen, als je dat goed vindt”, stelt Freek slim voor. “Ja, dat is prima. Dat scheelt mij een hoop werk!”, antwoordt meneer Vrolijk. “Zorgen jullie er dan ook voor dat de struiken een mooie nieuwe plek bij het bos krijgen?”. “Ja hoor, paps. Dat komt goed”. De drie kunnen hun lachen bijna niet inhouden als meneer Vrolijk dat zegt. “Hij moest eens weten. De struiken krijgen een prachtige mooie nieuwe plek”, zegt Freek.
Het drietal gaat snel aan de slag. “Trekken jullie wel even oude kleren aan”, wordt er nog vanuit de werkkamer geroepen. “Hebben we al”, roept Matthijs terug en weg is het stel. Kevin haalt de kruiwagen vanachter de schuur weg en Freek en Matthijs pakken de scheppen uit de de garage naast huis. Het is een flinke klus om de struiken uit de grond te krijgen. Eén voor één worden ze uit de grond gehaald. Daarna moeten ze naar de nieuwe plek worden gebracht. Ze kunnen via de achterkant gemakkelijk ongezien achter de schuur van meneer Vuur komen, waar de schuilplaats voor het witte wilde zwijntje en zijn moeder moet komen. De schuilplek moet vandaag afkomen, want overmorgen komen de jagers om het biggetje dood te schieten.
Na een ochtend flink doorwerken zijn alle struiken verplaatst. Vanaf de weg is niet meer te zien wat er achter allemaal gebeurd. De zwijntjes zullen dus veilig zijn.
“Nu moeten we voor de andere dingen zorgen”, oppert Matthijs. “Ja, maar waar halen we voerbakken weg en stro?”, vraagt Kevin zich af. “Ik weet nog wel wat”, zegt Freek. “Net even buiten het dorp woont boer Jansma. Hij is heel aardig en wil ons vast wel helpen. We moeten alleen niet zeggen wat we precies gaan doen”. “We zeggen gewoon dat het voor de kinderboerderij is, dan vindt hij het vast wel goed”. Freek en Matthijs vinden dat een goed idee van Kevin. Snel springen ze op de fiets en rijden naar boer Jansma.
Boer Jansma vindt alles prima. Hij heeft genoeg oude voerbakken. Daar mogen ze er best twee van meenemen en een baal stro kan hij ook wel missen. Het is een hele klus om alles op de fiets mee te krijgen, maar lopend met de spullen achter op de bagagedrager is het prima te doen. Als ze weer bij de schuilplaats aankomen, zijn Fatima, Kim en Mariska daar ook druk in de weer. “We willen het toch ook een beetje gezellig maken voor het zwijntje en zijn mamma”, vertelt Kim. “Jolinda is ook nog spulletjes aan het zoeken. We hebben een bal, waar het biggetje mee kan spelen en we hebben ook wat gezellige plantjes meegenomen en bij ons thuis stond nog een oud hondenhok. Die hebben we hierheen gesleept. Daar kunnen ze samen lekker slapen”. “Het ziet er al heel gezellig uit. We moeten alleen nog een goed hek er omheen maken, zodat ze niet zomaar kunnen weglopen en dan zijn we helemaal klaar.
Met z’n zessen maken ze die middag het hek. Jolinda is op zoek naar eten voor de varkens. Ze is eikels aan het verzamelen in het bos en vraagt bij boeren voor eten. Elke keer vertelt ze dat het voor de dieren in de kinderboerderij is. Als ze tegen het einde van de middag bij de schuilplek komt, is het hek al helemaal klaar.
“Zo zeg! Het ziet er fantastisch uit. Volgens mij zijn we er nu helemaal klaar voor”, zegt ze tegen de groep. Iedereen is helemaal vies van al het werk, maar als ze rondkijken naar wat ze allemaal in één dag hebben gedaan, zijn ze hartstikke blij. “YEAHA!! We zijn er echt klaar voor. We hoeven nog maar een ding te doen en dat gaat morgenavond gebeuren. Woohoo! Tot morgen allemaal!”. Net als Freek gaan ook alle anderen naar huis. Morgen is de grote dag! Als nu alles maar goed gaat!!

Aflevering 14: De dag voor de nacht van de ontvoering

“Goedenavond en welkom bij het jeugdjournaal. Mijn naam is Sjoukje Boterham. De onderwerpen van vanavond zijn: de Amerikaanse verkiezingen, het bezoek van de koningin aan de dierentuin in Emmen, zangeres Anna van de Flowergirls heeft een kindje gekregen en we hebben natuurlijk het weerbericht met Floortje, maar we beginnen de uitzending met de gebeurtenissen in het dorpje Kwakernaak.
Ondanks dat bijna iedereen tegen het besluit heeft gedemonstreerd, is de minister niet van gedachten veranderd. Het witte biggetje dat in de bossen van Kwakernaak leeft, moet worden doodgeschoten. Volgens de minister is het heel normaal dat dit gebeurt. Als het biggetje groot is en zelfs kindjes gaat krijgen, dan bestaat de kans dat die biggetjes ook wit worden. Dat zou niet goed zijn voor het ras, aldus de minister. De dierenbescherming is het hier absoluut niet mee eens. Zij vinden dat het biggetje gewoon in de natuur moet blijven. Zelfs als dat betekent dat er in de toekomst meer witte wilde zwijnen zullen komen, dan moet je dat gewoon accepteren. Zo gaat dat nu eenmaal in de natuur.
Ondertussen zijn er in Kwakernaak allerlei mensen met acties begonnen. Gisteren was er op het grote plein in het centrum een demonstratie en afgelopen week heeft een groep ouderen uit bejaardentehuis De Terp een handtekeningenactie gehouden. Zij haalden maar liefst tweeduizend handtekeningen op van mensen die tegen het doodschieten van het biggetje zijn. De leiding van het bejaardentehuis heeft de handtekeningen vandaag aan de minister aangeboden, maar ook dit kon hem niet op andere gedachten brengen. De minister deed de volgende verklaring: “Ik begrijp dat het erg gevoelig ligt in Kwakernaak, maar neem van mij aan dat dit echt de beste oplossing is. Overmorgen zullen de jagers op zoek gaan naar het biggetje en zo snel mogelijk tot actie overgaan. Verdere protestacties hebben geen zin. Ik ben niet van plan om op dit besluit terug te komen.”
Tot zover de berichtgeving over het biggetje van Kwakernaak. We zullen het de komende dagen natuurlijk allemaal goed blijven volgen. Dan nu blij nieuws. Zangeres Anna van de Flowergirls heeft een kindje gekregen…”

“Jeetje. Ik hoop dat morgen alles wel goed gaat! Die minister zet het echt door”, zegt Kim tegen haar zusje. “Ik ben best heel zenuwachtig”, antwoordt Annelieke. “Als alles nu maar goed gaat. Die jagers zijn vast heel erg snel.”
“Meiden, het is bedtijd”, klinkt het vanuit de keuken. Moeder Charlotte is daar aan het afwassen en vindt dat de meiden lang genoeg zijn opgebleven. Morgen is het weer vroeg dag. We gaan namelijk naar opa en oma toe. “We blijven daar toch niet al te lang?”, vraagt Annelieke aan haar moeder. “Nee, hoor. We zijn met het avondeten weer thuis. Nou hup, naar bed jullie”.

De volgende morgen gaat de familie Brink naar opa en oma. Ondertussen bereiden Kevin, Matthijs en Freek de laatste dingen voor. Ze zitten in de schuur bij de familie Vrolijk thuis en verzamelen de spullen die ze die nacht denken nodig te hebben om het biggetje en zijn moeder mee te kunnen nemen naar hun nieuwe schuilplaats. Ze nemen twee oude hondenriemen mee en halsbanden, een lang touw en eten om de dieren mee te lokken. Rond twaalf uur zijn ze klaar en is het wachten begonnen. De groep heeft om middernacht afgesproken in het clubhuis. Het wordt een spannende nacht.

Aflevering 15: Het begin van de spannende nacht

“Psssst, Matthijs. Wakker worden…. Matthijs, ben je wakker?”. “Hmmm… hoe laat is het?” “Het is kwart voor twaalf. Pap en mam zijn al naar bed en Mariska is er ook al uit. We moeten naar het clubhuis”. Matthijs is nog een beetje sloom als Freek hem wakker maakt, maar zodra hij zich herinnert wat ze ook alweer gaan doen, is hij klaarwakker. Mariska staat al onder het afkapje voor de voordeur te wachten, als Freek en Matthijs aangekleed en wel ook naar beneden komen. Ze moeten heel zachtjes doen, want vader en moeder Vrolijk mogen natuurlijk niets horen. Voorzichtig, maar snel pakken ze hun fietsen uit de schuur en rijden ze zo snel als ze kunnen naar het boomhuis.
“Mooi, jullie zijn er ook al. Alleen Jolinda en Kevin zijn er nog niet”, vertelt Fatima gelijk als ze het clubhuis binnenkomen. Het is erg koud, die nacht, maar het regent niet. “Het is goed weer om een paar wilde zwijntjes te redden!!”, roept Kevin als hij aankomt scheuren op zijn crossfiets. “Yeaha!!! Zijn jullie er allemaal net zo klaar voor als ik? We gaan de stunt van de eeuw uithalen!!! Yeaha!!!”. “Hahahahahaha, je bent wel heel enthousiast, Kev”, zegt Annelieke en ze schiet net als de rest in de lach.
Kort nadat Kevin aan is komen crossen, komt ook Jolinda aangefietst. Ze heeft nog heel kleine oogjes en geeuwt aan een stuk door. “Hey, Jolinda. Je bent duidelijk nog niet zo wakker als Kevin”. “Mouaaaaahhhhhh”, geeuwt ze vermoeid. “Nee, maar ik mocht vanavond een uurtje langer opblijven van mijn ouders. Daar kon ik toch geen nee tegen zeggen. Dat zou verdacht zijn”. “Hahahahahahahaha”. De groep heeft duidelijk heel veel zin in het avontuur.

“Oké. Hoe gaan we het aanpakken? Gaan we met de hele groep tegelijk naar de slaapplek?”, vraagt Kim. “Ik denk niet dat het een goed idee is als we met zo’n grote groep ineens daar staan. Dan schrikken ze zich rot. Ik denk dat het beter is als we in kleine groepjes gaan en dat er ook alvast een klein groepje naar de verstopplek gaat”, antwoordt Freek. “Dat lijkt me een goed idee! Als Freek, Matthijs en Kevin als een groepje langs de rivier naar de slaapplek van de wilde zwijnen lopen, dan gaan Jolinda, Kim en ik door het bos. Mariska en Annelieke kunnen dan vast naar de schuilplek gaan en daar alles klaarzetten en op ons wachten”, stelt Fatima voor aan de groep. Iedereen gaat hiermee akkoord. “We houden contact via de mobieltjes van Fatima, Annelieke en mij”, voegt Freek nog toe. “Oké, we gaan ervoor!!!!! WOOHOOO!!!!”

Iedereen is klaarwakker en helemaal klaar voor de spannende nacht. Zou het plan echt gaan lukken? Iedereen vertrekt. Mariska en Annelieke zijn al snel bij de schuilplek. Daar controleren ze alles en leggen het stro voor het wilde zwijntje en zijn moeder klaar. Ze vullen de voerbak met voer en de waterbak met water. Ondertussen lopen Freek, Matthijs en Kevin langs de rivier. Ze kijken goed naar de paaltjes, zodat ze goed weten waar ze zijn en precies de goede plek waar de wilde zwijnen zullen zijn. Jolinda, Kim en Fatima lopen door het bos. Ze nemen precies dezelfde route als toen ze voor de eerste keer naar de slaapplek gingen. Voorzichtig gaan ze door het bos. De dieren mogen natuurlijk niet wakker worden, want dan bestaat de kans dat ze naar een andere plek gaan om te slapen. Het hele plan zou dan in duigen vallen… “krakkrak”. “Wat was dat?”, fluistert Kim. “Sorry, ik stapte op een grote tak”. “Pas op dat je dat niet weer doet. Kom op, we gaan voorzichtig verder”.

Aflevering 16: De ontvoering

Voorzichtig lopen Matthijs, Freek en Kevin langs de rivier. De maan schijnt in het water en het enige dat ze horen is een enkele auto die in de verte over de snelweg rijdt. Aan de waterkant slapen een paar eenden en een zwaan. Gelukkig worden ze niet wakker als het drietal langs ze loopt. Paaltje 534, paaltje 535, paaltje 536. Langzaam komen ze steeds dichter bij de slaapplek van de wilde zwijntjes.
Ondertussen lopen Fatima, Jolinda en Kim op dezelfde voorzichtige manier door het bos. Als ze bij het boswachtershuisje aankomen schrikken ze. Er brandt nog licht. “Waarom is de boswachter er nog? Hij woont hier toch niet? Hij heeft toch alleen maar zijn werkspullen in het huisje staan?”, vraagt Kim op fluisterende toon aan de andere twee. “Ik weet het ook niet. We moeten even een klein stukje omlopen zodat hij ons niet kan zien”, antwoordt Fatima. “Straks is hij nog in het bos aan het werk en komen we hem tegen. Wat doen we dan?”. “Je hebt gelijk. We moeten eerst zeker weten dat de boswachter in het huisje is en dan kunnen we rustig verder lopen. Hoe pakken we dat aan?”. “We zouden een steentje tegen het raam aan kunnen gooien. Hij kijkt dan vast naar buiten. Als we ons goed schuilhouden, dan ziet hij ons niet, maar weten we wel zeker dat hij binnen is”, stelt Jolinda voor. “Dat is een goed idee, Lin”.
Met zijn drieën gaan ze achter een grote struik zitten. Kim pakt een klein steentje en gooit het met een mooie worp tegen het raam aan. “Pok”, zegt het steentje. Gespannen kijken de meiden naar het raam. Wat zou er gebeuren? Het blijft even stil, maar dan ineens zwaait de deur open en komt de boswachter naar buiten met een grote hond aan de lijn. “Woef, woef, woef”. De hond gaat tekeer. De boswachter kijkt om zich heen en zwaait met een zaklantaarn rond. “Woef, woef, woef”. Kim, Jolinda en Fatima zitten bevend in de struik. Dit was niet helemaal de bedoeling. “Woef, woef, woef”. Dreigend kijkt de hond nu in de richting van de struik waar het drietal zit. “Af, Gizmo! Ik zie zo niets, we gaan weer naar binnen. Ik wil zo ook naar huis. Er zal wel een motje tegen het raam zijn gevlogen. Hup! Kom mee!”. De hond heeft weinig zin om naar binnen te gaan, maar de boswachter trekt een paar keer flink aan de riem en daarop sjokt Gizmo toch met tegenzin naar binnen toe. 
“Pfffffff, dat scheelde weinig”. Alledrie voelen ze hun hartslag in hun keel door de spanning. “Ik sta nog te trillen op mijn benen”, fluistert Jolinda. “Ja, dat was op het nippertje, maar we weten nu in ieder geval wel zeker dat de boswachter binnen is. Dat scheelt weer”. Samen lopen ze verder. Onderweg wordt er weinig meer gepraat. Als ze vlak bij zijn bellen ze de jongens. Het bereik is slecht en ze moeten zachtjes praten. Freek neemt op. Hij had zijn telefoon al op de trilstand gezet, zodat het geluid van de telefoon geen dieren aan het schrikken zou maken. Als Fatima naar Freek belt heeft hij al snel de telefoon te pakken. “Waar zijn jullie nu?”, vraagt Fatima. “We zijn bij paaltje 589. We moeten toch bij 597 zijn, toch?”. “Sufferds! Jullie moeten een heel eind terug. Het was paaltje 577”. Freek is helemaal verbaasd. “O, oké. Foutje, moet kunnen”, probeert hij er stotterend een grapje van te maken. “We lopen nu terug. Over vijf minuten zijn we op de goede plek. Ik bel je als we er bijna zijn. Dan gaan we meteen over tot actie!”. “Prima. Dan hoor ik je zo weer”.
Fatima legt aan de anderen uit dat Matthijs, Freek en Kevin veel te ver zijn doorgelopen. Zachtjes blijven ze in de bosjes zitten. Hierachter moeten het biggetje en zijn moeder slapen. Als ze nu maar niet te bang zijn en makkelijk met ze meegaan. Het is belangrijk om zo kalm mogelijk te blijven. Het gaat immers om leven en dood, maar dat weet het varkentje zelf nog niet. 
 

Print this page

MaandagDinsdagWoensdagDonderdagVrijdag
gtop
gbottom




gtop
gbottom