Petje en Potje
Meisje

Aflevering 21: De jacht is geopend

“Woef, woef”, klinkt het dan ineens vanonder het clubhuis vandaan. “Wie durft er beneden te gaan kijken wat er aan de hand is?”, vraagt Jolinda angstig. “Ik wel”, zegt Kevin stoer. Hij loopt naar de touwtrap toe en kijkt eerst eens rustig naar beneden. Het is er een drukte van jewelste. Voorzichtig gaat hij stapje voor stapje naar beneden. De anderen kijken gespannen toe, hoe Kevin naar beneden gaat. Alleen Fatima kijkt uit het raam en ziet dat er van alles buiten onder de boomhut aan de hand is. “Hey, wat moet dat daar! Zie je niet dat we hier aan het werk zijn? Ga eens weg. Het is hier veel te gevaarlijk voor kinderen!”, roept een man die ziet dat Kevin vanuit de boomhut naar beneden komt. “Hey Jan, wat is er”, roept een andere man vanachter een bosje. Beide mannen hebben groene pakken aan en dragen een geweer bij zich. “Het zijn de jagers”, fluistert Fatima in het clubhuis. “Er komt hier een jongen uit die boomhut klimmen”. “Oh. Weet hij niet dat het hier gevaarlijk is, omdat we op jacht zijn naar een wit biggetje?”. “Ik denk het niet. En volgens mij zitten er nog meer kinderen in die boomhut, Henk”. “Hey, jij daar! Kom eens hier!”, roept de man die Henk werd genoemd naar Kevin. “Ja, meneer. Ik kom al. Ik kom al”. “Zo jongen. Vertel mij eerst maar eens hoe je heet en wat je hier doet. Heb je niet gezien dat je vandaag en morgen niet in het bos mag?”, vraagt Henk. “Ik ben Kevin, meneer…Uhmm….Enne nee, meneer. Dat heb ik niet gezien”, antwoordt Kevin zenuwachtig. “Maar waarom is dat dan, meneer?”. “Nou Kevin. Misschien heb je wel op het journaal gezien dat er hier in de bossen een klein wit biggetje leeft en dat de minister heeft gezegd dat het kleine biggetje gevangen moet worden”. “Oh, echt niet. De minister heeft gezegd dat het biggetje doodgeschoten wordt. U liegt, meneer”. Zo hard als hij kan rent Kevin terug naar het clubhuis en klimt weer naar boven.
“Wat gebeurde er?”, vraagt Freek als Kevin weer boven is gekomen. “Het zijn de jagers”, antwoordt Kevin. “Zei ik toch”, zegt Fatima kribbig. “Wat doen we nu?”, vraagt Jolinda. “We mogen niet in het bos, zei die meneer tegen mij. Hij zij trouwens ook dat ze het biggetje niet gaan doodschieten, maar gaan vangen”. “Nou daar geloof ik niets van. Ze liepen net al rond te schieten. Dat doe je niet als je een biggetje gaat vangen. Dat doe je alleen als je iets wilt doodmaken”, zegt Kim. “Ik ben ook heel boos geworden en toen ben ik weer hierheen gerend”. “Wat doen we nu?”, vraagt Jolinda nog maar eens. “Ik weet het niet, maar ik ga niet zomaar het clubhuis uit”, antwoordt Kevin. “Ik ook niet”, zegt Freek en ook de anderen zijn het daarmee eens.
“Dus we gaan hier gewoon wachten tot er iets gebeurt?”. “Dat lijkt me het beste, Matthijs”, zegt Freek tegen zijn broertje. “Uhm.. Ik denk niet dat die mannen het ermee eens zijn, hoor”. “Hoezo niet, Matthijs?”. “Nou, een van de twee komt nu de touwladder opgeklommen naar ons toe en ik denk niet dat hij zomaar ons hier zal laten zitten”.

Aflevering 22: Het gedwongen vertrek

“Zozo, jullie zitten hier zelfs met een hele groep”, zegt de man als hij met zijn hoofd boven de vloer is gekomen. Hij klimt verder omhoog en loopt naar de kinderen toe. “Hallo allemaal. Mijn naam is Henk en ik moet even met jullie praten volgens mij. Weten jullie wel dat het deze week niet zo veilig is hier in het bos? Daarom staan er ook overal borden bij de ingang van het bos, waarop staat dat je hier niet mag komen”. “Ja, omdat jullie het witte biggetje gaan vermoorden!”, roept Kim ineens. Tegelijk begint ze heel hard te huilen. “Nou zeg meisje. Kom eens hier. Zo erg is het allemaal niet hoor. Als we het biggetje kunnen vangen, dan schieten we het niet dood. Rustig maar, meisje”. Kim is alleen niet te stoppen. “Ik geloof er niets van”, roept ze boos en gaat helemaal achterin zitten.
“Ik snap best dat jullie het niet leuk vinden dat we een biggetje moeten vangen en misschien moeten doodschieten, maar dat is door een minister besloten. Het is namelijk voor de andere wilde zwijnen niet goed dat er een wit biggetje is in de groep. Snappen jullie dat?”, vraagt de jager aan de groep. Freek staat op en loopt naar de meneer toe. “Meneer, we snappen dat niet nee. Dat biggetje heeft helemaal niets verkeerd gedaan en jullie zijn jagers. Jagers vangen geen dieren. Jagers schieten alleen dieren dood en dat is precies wat jullie gaan doen hier in het bos. En omdat wij in de weg lopen, willen jullie ons nu uit het bos hebben. We zijn niet dom ofzo. Nou meneer, ik heb van mijn papa en mama geleerd dat ik niet mag liegen. En u liegt wel tegen ons, want wij hebben zelf op het jeugdjournaal gezien dat de minister heeft gezegd dat het biggetje doodgeschoten wordt. Dat is gemeen!”.
“Tja, jongen. Dat zegt de minister wel, maar ik beloof jullie dat we eerst gaan proberen om het witte biggetje te vangen. Als het echt niet lukt om het biggetje te vangen, dan pas zullen we het toch moeten doodschieten. Maar echt geloof me. We gaan eerst proberen het te vangen. Stelt jullie dat een beetje gerust?”, vraagt de jager aan de groep. Iedereen is stil. Eigenlijk geloven ze er helemaal niets van. Het is maar goed dat ze zelf al het biggetje ontvoerd hebben en naar een veilige plek hebben gebracht. Dat gaan ze alleen natuurlijk niet aan de jagers vertellen. “Jullie moeten nu wel naar me luisteren en uit jullie clubhuis gaan en dan de hele week niet meer in het bos komen. Beloven jullie me dat?”. “Maar we zijn hier bijna elke dag, meneer”, zegt Fatima dan. “Ja, dat snap ik wel, maar het is deze week echt te gevaarlijk om hier zomaar in het bos te lopen. Stel je voor dat we plotseling iets zien en dan schieten. Dan kan het zomaar zijn dat we jullie raken. Dat is levensgevaarlijk”, antwoordt jager Henk. “Dus kom op. Naar beneden jullie, dan brengen wij jullie even terug naar de rand van het bos en dan wil ik jullie deze week niet weerzien!”. De meneer klonk nu een beetje boos.
Morrend staat Freek op en loopt naar de uitgang van het clubhuis. “Kom op. Laten we maar luisteren naar de jager”. “Heel verstandig jongen. Jullie zouden toch niet willen dat we de politie erbij moesten halen om jullie hier weg te halen”. “Nee, meneer”, antwoordt Fatima en zij volgt Freek naar beneden. Daarna gaan ook de anderen uit het clubhuis. Als ze allemaal beneden zijn, lopen de jagers Jan en Henk met ze naar de rand van het bos. Daar wordt ze nog een keer verteld dat ze de hele week niet meer in het bos mogen komen.
“Ik ga naar huis”, zegt Kevin als de jagers weer het bos in zijn gegaan. “We moeten een tijdelijke nieuwe plek hebben om samen te komen en te overleggen hoe we het witte biggetje verder gaan verzorgen”, roept Fatima als Kevin op zijn fiets stapt. “Het kan wel bij ons thuis”, zegt Freek. “Oké dan! We spreken morgen af in de tuin van het huis van Freek, Mariska en Matthijs”.

Aflevering 23: Kim kan niet slapen

“Mam, mam. Ben je wakker?”, fluistert Kim midden in de nacht. “Mam, ik kan niet slapen”. In de kamer is het gesnurk van papa Sjon duidelijk te horen. Die durft Kim niet wakker te maken, maar mama wordt vast niet boos en weet misschien nog wel een slim maniertje om in slaap te komen. “Mam, ben je wakker? Ik kan niet slapen”, fluistert Kim nog een keer dichtbij het oor van haar moeder. Vol spanning kijkt Kim haar moeder aan. Langzaam gaat er een oog open van moeder Charlotte. “Wat is er meisje? Heb je naar gedroomd?”. “Ik kan niet slapen, mam. Ik ben helemaal niet moe”. “Nou, Kimmie. Je moet toch maar proberen te slapen. Het is midden in de nacht. Iedereen slaapt. Als je nu niet slaapt kun je morgen op school niet goed opletten. Dat wil je toch niet?”. “Nee, mam, maar ik kom gewoon niet in slaap”. “Heb je een te enge film gekeken. Dan kun je ook altijd moeilijk in slaap komen?”. “Nee, mam. Ik kan gewoon niet in slaap vallen”, zegt Kim en kijkt erbij alsof ze bijna moet huilen. Charlotte ziet het. “Kom maar meisje. Dan maak ik lekker een beker warme melk voor je klaar en dan stop ik je weer lekker in en dan kun je vast wel weer slapen, denk je niet?”. Kim haalt haar schouders op, loopt de kamer uit en gaat naar beneden. Haar moeder loopt haar achterna. Ze pakt een klein steelpannetje en doet daar een flinke scheut melk in. Ze zet het pannetje met de melk op het vuur. “Mamma, waarom kan Annelieke altijd wel goed slapen en ik soms niet?”, vraagt Kim. “Tja, dat is een heel moeilijke vraag, meisje. Iedereen is anders en de ene persoon heeft soms moeite om in slaap te komen en de andere persoon valt overal zo in slaap. Ik heb het ook wel eens hoor, dat ik een nachtje niet zo goed in slaap kan vallen. Meestal helpt een lekkere beker warme melk dan wel en dan kruip ik weer tegen je vader aan en dan val ik meestal wel in slaap”.
De melk is ondertussen warm geworden. Moeder Charlotte pakt twee bekers uit de kast en schenkt de melk in. Daarna gaat ze bij Kim aan de grote tafel in de keuken zitten. “Maak je je ergens ongerust over, Kim?”, vraagt haar moeder dan ineens. “Ik weet dat jullie erg verdrietig zijn omdat de jagers nu op dat biggetje aan het jagen zijn. Jullie zijn gisteren toch ook uit het bos gestuurd door die mannen?”. “Ja, we zijn weggestuurd. Ik vond dat zo stom. Waarom doen ze dat toch?”. “Tja meisje. Je begrijpt toch wel dat het bos veel te gevaarlijk is, als daar een paar mannen lopen te jagen?”. “Ja mam, dat begrijp ik wel, maar waarom moet dat biggetje nu weg? Ze zeiden dat ze eerst zouden proberen om het witte biggetje te vangen en alleen als het echt niet anders kan schieten ze hem dood. Ik geloof daar alleen niets van. Volgens mij gaan ze echt niet proberen het eerst te vangen”. “Ik denk niet dat die mannen dat zomaar zeggen hoor. Ze zullen vast hun best wel doen om het diertje te vangen”. “Maar daar maak ik me niet druk om hoor, mama. Ik weet zeker dat ze het biggetje niet gaan vinden”. “Oh, hoe weet jij dat zo zeker dan”.
Dat was onvoorzichtig van Kim. Ze had er even niet aan gedacht dat ze het geheim van de club niet aan haar moeder kon vertellen. Het was belangrijk dat zo weinig mogelijk mensen wisten dat het witte biggetje en het moederzwijn door de club was verstopt, zodat ze niet konden worden doodgeschoten. “Uhm…. Ik, ehm, denk dat het biggetje daar gewoon veel te slim voor is”. “Ik hoop dat je gelijk hebt, lieve Kim. Heb je de melk al op? Dan gaan we weer naar boven en dan stop ik je lekker in”. “ Dat is goed mama. Maar wat als ik zo nog niet kan slapen?”. “Dan ga je maar schaapjes tellen, liefie. Nou kom, dan doe ik het licht uit en dan gaan we weer naar bed. Huphup”.
Kim loopt zachtjes de trap weer op en klautert daarna weer in haar bed. Een minuutje later kom haar moeder haar nog even instoppen. Ze zingen nog een slaapliedje samen en dan wordt het licht uitgedaan en gaat haar moeder weer naar haar eigen bed. Kim doet haar ogen dicht en gaat schaapjes tellen. “één schaapje…twee schaapjes…drie schaapjes...”. Ze geeuwt een keer en telt verder. “Vier schaapjes…vijf schaapjes……”. Eindelijk is ze in slaap gevallen. De warme melk van moeder Charlotte heeft weer goed geholpen. 

Aflevering 24: Wie ruimt de poep op?

De volgende morgen gaat iedereen weer naar school. Kim en Annelieke gaan iets eerder weg, zodat ze eerst nog even kunnen kijken hoe het bij het biggetje en het moederzwijn gaat. Ze nemen niet de makkelijkste route naar de schuilplek, zodat ze niet te veel opvallen. Als ze bij de schuilplek achter het oude schuurtje van meneer Vuur aankomen horen ze al een tevreden geknor vanachter de struiken komen. Kim en Annelieke zien dat het biggetje een beetje aan het rondneuzen is en de moeder tevreden in een hoekje ligt te knorren.
“Ik ga even het voer bijvullen. Wil jij even kijken of ze nog genoeg water hebben?”, vraagt Kim aan haar zusje. “Dat is goed”, antwoordt Annelieke. Als alles is bijgevuld en gecontroleerd, stappen ze weer op de fiets en gaan naar school. Fatima komt ook net aangefietst en vraagt snel even hoe het was. Kort daarna gaat de bel en moeten ze snel naar binnen toe.
’s Middags na school heeft de club afgesproken in de tuin van de familie Vrolijk. Er moet een duidelijk rooster worden gemaakt, waarin staat wie wanneer de wilde zwijnen gaat verzorgen. Dat is nog een hele klus. Iedereen wil wel de wilde zwijnen te eten en te drinken geven, maar niemand vindt het echt leuk de poep op te ruimen. “Iemand moet het toch doen”, zegt Freek als het probleem wordt besproken. “Het lijkt me het beste als we het om beurten doen. Dat is toch het eerlijkste”, stelt Fatima voor. “Daar ben ik het wel mee eens”, zegt Kevin.
“Goed, dan gaan we een schema maken van tweetallen die samen voor zowel het voeren als voor het opruimen van de schuilplek gaan zorgen”. Freek pakt een vel papier en een pen en maakt een schema van een week.
“Elke dag moet het duo dat dienst heeft twee keer naar de zwijnen toe om ze eten te geven en de boel schoon te houden. Het is het makkelijkste om ’s ochtends voor school de eerste keer langs te gaan en aan het eind van de middag de tweede keer. Ik weet niet hoe lang we de zwijntjes moeten beschermen, dus laten we voorlopig er maar vanuit gaan dat we wel een flinke tijd ze moeten verzorgen”. De duo’s worden gemaakt en iedereen is het met de voorstellen van Freek eens.
“Dat was nog eens een makkelijke vergadering”, zegt Kevin na afloop. “Ja, wat zijn we toch een gave club”, vindt Kim. “Ik hoop alleen dat de jagers na een week wel weg zijn en dat we dan de zwijnen weer vrij kunnen laten. Dat is toch het beste voor het biggetje en zijn moeder”. “Ja, maar dan moet het wel echt veilig zijn”, vindt Annelieke. “Ik wil niet dat we ze vrijlaten en dat de jagers dan toch terugkomen en dat het biggetje alsnog wordt doodgeschoten”. “Dat is ook zo. Misschien moeten we ook gaan kijken of we nog een andere oplossing kunnen bedenken als het lang duurt. We kunnen ze moeilijk altijd achter de schuur van meneer Vuur houden. Zullen we afspreken dat we deze week gewoon dit rooster gaan aanhouden en dat we volgende week maandagmiddag hier weer afspreken en kijken hoe het gaat?”, vraagt Freek. “Dat is goed”, roepen Fatima, Annelieke, Kim en Kevin in koor.
Het is duidelijk dat het een spannende week wordt met die jagers in de buurt en de schuilplek achter de schuur van meneer Vuur. De vergadering is afgelopen en iedereen weet wanneer hij of zij voor het biggetje en het moederzwijn moeten zorgen. Het wordt een spannende week. 

Print this page

MaandagDinsdagWoensdagDonderdagVrijdag
gtop
gbottom




gtop
gbottom